Afschaffen pensioen in eigen beheer

AFSCHAFFEN PENSIOEN IN EIGEN BEHEER

 

 

Op maandag 4 juli 2016 heeft de ministerraad op voorstel van staatssecretaris Wiebes besloten de regeling pensioen in eigen beheer af te schaffen.
Hiertoe zal op Prinsjesdag 2016 een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer verzonden worden.

 

Dit wetsvoorstel zal voor zover nu bekend het volgende inhouden:

 

  • Bestaande pensioenvoorzieningen kunnen niet meer verder opgebouwd worden.
  • De bestaande pensioenverplichtingen komen voor de fiscale waarde op de balans te staan in plaats van tegen de hogere commerciële waarde. Dit heeft in de toekomst een lagere uitkering tot gevolg.
  • De pensioenvoorziening wordt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd gedurende een periode van 20 jaar uitgekeerd. Er zal dus geen sprake meer zijn van een levenslang ouderdomspensioen.
  • Voor de opbouw van een oudedagsvoorziening is de Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) aangewezen op lijfrenteproducten of bankspaarproducten.
    Daarnaast behoort netto sparen in de eigen BV. tot de mogelijkheden. Uit de netto winst van de B.V. wordt gespaard en te zijner tijd vinden naar behoefte dividenduitkeringen plaats tegen een heffing van 25% inkomstenbelasting.
  • Op dit moment is afkoop van een pensioen in eigen beheer niet aantrekkelijk omdat naast de heffing van inkomstenbelasting over de commerciële waarde van de pensioenvoorziening tevens 20% revisie rente verschuldigd is. Spijtoptanten kunnen eigenlijk niet van de pensioenverplichting in eigen beheer afkomen.
    Volgens het wetsvoorstel zal de DGA in de gelegenheid gesteld worden de pensioenverplichting tegen de fiscaal lagere waarde af te kopen. Over de afkoopsom is geen revisierente verschuldigd.
    Tevens wordt een belastingkorting gegeven door de belastinggrondslag te verminderen.
    Bij een afkoop in 2017 wordt de grondslag(=fiscale waarde van de verplichting) met 34,5% verminderd, bij afkoop in 2018 bedraagt de grondslagvermindering 25% en afkoop in 2019 levert een grondslag vermindering op van 19,5%.
    Dit heeft bij een belasting tarief van 52% een effectieve belastingdruk van respectievelijk 34,06%, 39% en 41,86% tot gevolg.
    Indien tot afkoop wordt overgegaan, gaat de netto afkoopsom tot het privé vermogen behoren waarover jaarlijks inkomstenbelasting verschuldigd is. Dit kan voorkomen worden als de netto afkoopsom als kapitaalstorting in de B.V. wordt gebracht.

 

Pensioen afkoop kan aantrekkelijk zijn als:

  • De bestaande pensioenvoorziening relatief laag is. Door afkoop wordt voorkomen dat de B.V. tot op hoge leeftijd moet worden aangehouden voor een lage uitkering.
  • Het pensioen al is ingegaan en de DGA wil van de administratieve rompslomp af en de B.V. opheffen.
  • De B.V. verkeert in een verliessituatie. Door afkoop gevolgd door een kapitaalstorting in de B.V. verkrijgt de B.V. een hoger vermogen waardoor de mogelijkheden tot verliescompensatie vergroot worden.

Pensioen afkoop is niet aantrekkelijk als:

  • De fiscale waarde van de pensioenverplichting hoger is dan het vermogen van de B.V.
  • De liquiditeiten onvoldoende zijn om de verschuldigde belasting over de afkoopsom te voldoen.

 

Wij wijzen erop dat het wetsvoorstel nog ingediend moet worden en daarna moet het nog door de Tweede en Eerste Kamer worden aangenomen. Eind 2016 zal het wetsvoorstel een definitieve vorm aannemen. Op dat moment zal de exacte inhoud bekend zijn.

 

Wij menen deze plannen op dit moment toch onder de aandacht te moeten brengen om bij een gewenste afkoop van het pensioen tijdig liquiditeiten vrij te kunnen maken om de verschuldigde loonbelasting te kunnen voldoen.